...en ik ben allesbehalve een waterrat
Sinds 1981 ga ik door het leven als Saskia Van Remoortel en heb ik zoals vele andere vrouwen verschillende rollen in mijn leven te vervullen waarin ik zowel fungeer als het hoofdpersonage maar evengoed ook wel eens de rol van een (edel)figurant vertolk. Ik heb altijd al een enorme liefde voor theater gehad, vandaar de vergelijking. ;) Mijn gezin is voor mij het allerbelangrijkste dus daar speel ik graag samen met mijn man de hoofdrol in het circus dat we samen opgebouwd hebben. Naast echtgenote heb ik het geluk gehad om mama te mogen zijn van drie schatten van kinderen (die heel goed weten wat ze willen en vooral wat ze niet willen) en probeer ik om elke dag de beste versie van mezelf te zijn. Klinkt vermoeiend, niet? Wel, soms lijkt het er op dat ik op een eindeloze ontdekkingsreis ben. Steeds onderweg, van idee naar idee. Mijn hoofd staat zelden stil en ik hou wel van een portie gezonde uitdagingen.
En dat is exact wat het universum voor mij in petto had. (Zou het de wet van aantrekking zijn?) Een stevige dosis uitdagingen kwamen op mij af. Soms één voor één, soms meerdere tegelijk. Alleen waren ze niet altijd zo gezond. We doorzwommen al heel wat (troebele) watertjes en geloof me, ik ben allesbehalve een waterrat. Maar als ge moet kiezen tussen zwemmen of verzuipen, dan overwint het overlevingsinstinct al-tijd. We gingen soms eens goed kopke onder maar kwamen steeds weer boven water. Ook al maakten we de verkeerde (zwem)bewegingen.
Van kinds af aan was de stroom van mijn leven best woelig. Maar de woeste hoge golven hebben me gevormd tot wie ik nu geworden ben. Het heeft lang geduurd maar vandaag de dag durf ik luidop zeggen dat ik daar best trots op ben en zelfs dankbaarheid voor voel. Ik groeide op zonder anker, werd overspoeld door verschillende stormen en de veilige haven waar ik naar op zoek was bleek lang buiten mijn bereik te zijn.
Overlevingsmechanisme
We kunnen dus best stellen dat mijn rugzak zwaar gevuld werd, beetje per beetje kwam er wat gewicht bij. Jarenlang zeulde ik hem mee en zag er de meerwaarde niet van in, ik voelde enkel dat hij zwaarder was dan ik dragen kon.
Zonder het goed en wel te beseffen ontwikkelde ik van jongs af aan een overlevingsmechanisme dat zich binnendrong in elke vezel van mijn lijf. Het werd een reflex, iets dat automatisch gebeurde zonder dat ik er vat op had.
De bagage zorgde er voor dat ik mentaal veel sneller ontwikkeld was dan de gemiddelde leeftijdsgenoten. Het verantwoordelijkheidsgevoel was enorm en het empathisch vermogen nog groter. Mooie eigenschappen zou ge denken en dat is misschien wel zo. Maar té is altijd te veel.
Amper vijftien was ik toen ik mijn (nog steeds huidige) partner leerde kennen. Hij was zeventien. We zijn als het ware samen opgegroeid. Jaar na jaar bouwden we samen aan een sterk fundament. Bij hem vond ik de rust en stabiliteit die ik nooit gekend had maar wel enorm veel behoefte aan had. We vonden de liefde bij elkaar en ge weet wat daar van kan komen hé… juist ja! Er kwamen (schone) kindjes van (al zeg ik het zelf). Drie hebben we er samen, één jongen en twee meisjes. Ondertussen zijn ze al zeventien, bijna veertien en elf jaar. Klinkt romantisch hé? Maar dat was het allesbehalve want ook tijdens onze voortplantingsfase bleef ik niet gespaard. Zorgeloos zwanger worden was ons niet gegund. We doorstonden een slopend en lang traject van vruchtbaarheidsbehandelingen die jammer genoeg gepaard gingen met een aantal miskramen. Drie heb ik er in totaal op mijn teller staan.
Survivaltocht
Maar ik was sterk en bleef positief, schakelde alle negatieve emoties zorgvuldig uit want dat was de enige remedie om er doorheen te komen. Ik kon het allemaal wel alleen aan want ik had het altijd zo gedaan ook al was de stroming van mijn leven onstuimig en uitdagend. Al gauw bleek dat we best een pittig gezin gecreëerd hadden. We maakten de keuze om kinderen te verwekken, we kozen er bewust voor om heel goed voor onze kinderen te zorgen maar als ouder kiest ge niet voor een zorgenkind. Eén van onze kinderen bleek een handleiding nodig te hebben. De volgende uitdaging stond te popelen om mijn leven binnen te dringen. Diagnoses in de richting van MCDD, ASS en ADHD wentelden zich in ons dagelijks leven dat steeds meer op een survivaltocht begon te lijken. Maar hé, ook dat was geen probleem. Want weet ge nog, ik was sterk genoeg. Ik bleef geloven dat we in het leven krijgen wat we aankunnen. Vooruit was de weg. Het geïndoctrineerde overlevingsmechanisme draaide op volle toeren. Wat later bleek dat er nog niet genoeg uitdagingen waren en werd ik ondergedompeld in een les loslaten. Ons jongste dochtertje bleek een aangeboren hartafwijking te hebben en bevond zich in kritieke toestand. Een kwestie van leven of dood. Ik gaf alles op waar ik mee bezig was, stopte met werken en smeet mij nog meer op mijn gezin. De leeuwin in mij brak los en zou eens laten zien wat ze aankon. We kwamen terecht in een emotionele rollercoaster van onzekerheden en angst, maar we konden niet anders dan de rit uitzitten en laten gebeuren wat er ons te wachten stond. Uiteindelijk kwam alles goed met de gezondheid en het warme hartje van onze jongste telg, maar het waren heftige maanden die toch wel wat sporen nalieten. Ondertussen hadden we ook al wat verbouwingen meegemaakt want zoals elke gemiddelde Belg hebben ook wij een baksteen in de maag waardoor we in totaal twee keer gebouwd hebben en één keer een totaalrenovatie deden. Uiteraard met de nodige struggles maar in vergelijking met al de rest waren dat peanuts.
Afscheid
Op het moment dat we dachten dat de woeste golven gaan liggen waren en we gehoopt hadden om even op adem te kunnen komen, kreeg mijn vader het verschrikkelijke nieuws dat hij ongeneeslijk ziek was. De voorspelling van de artsen was vreselijk. Hij had nog maar veertien dagen te leven indien we de natuur zijn gang lieten gaan. Niemand van ons was klaar om zo snel afscheid te nemen dus besloten we om toch nog voor een behandeling te gaan zodat we nog een aantal maanden hadden om volwaardig afscheid te kunnen nemen van elkaar. Mijn overlevingsmechanisme draaide (alweer) op volle toeren. Hoe uitgeput ik me ook voelde, het verantwoordelijkheidsgevoel en de empathie namen de bovenhand en hielden me in beweging. Hoewel elke spier in mijn hele lijf schreeuwde dat ze pijn had. Samen met mijn lieve zus zorgde en moederde ik over mijn eigen vader want dat was het patroon dat van kleins af aan sterk ontwikkeld was.
Moederen, verantwoordelijk zijn, niet plooien, flink zijn, jezelf voorbij lopen en het liefst heel ver over je eigen grenzen heen gaan. Springen zelfs want uiteraard zijt ge steeds vrolijk en blij (anders zou de andere u misschien niet leuk meer gaan vinden) … Ik had mezelf ervan overtuigd dat ik pas iets betekende wanneer ik voor anderen zorgde. Smachtend naar bevestiging die er eigenlijk nooit kwam want wat ik deed werd vanzelfsprekend (voor mezelf en de mensen rondom mij…)
Uiteindelijk stierf mijn vader in Portugal op onmenselijke wijze … Wat we daar meemaakten tart alle verbeelding. De schrijnende taferelen staan nog steeds op mijn netvlies gebrand. Maar hé, ook dat kon ik wel aan. Ik schakelde elke emotie weer strategisch uit en ging nog een versnelling hoger op automatische piloot zodat ik er stond in al mijn kracht. Niet voor mezelf maar voor hem, voor papa. Zodat hij rustig kon sterven en zich om ons geen zorgen hoefde te maken. Hij zag al genoeg af. Ik zorgde voor iedereen behalve voor mezelf en deed waar ik zo goed in getraind was. Inderdaad, ge raadt het goed, alweer sterk zijn (voor een ander) en vooral niet proberen voelen wat het allemaal met me deed terwijl ik van nature best wel hypersensitief ben. Een dagelijks gevecht met mezelf...
Na jaren 'overleven' en doorzetten op pure wilskracht begon mijn lichaam me (duidelijke) signalen toe te fluisteren maar ik weigerde te luisteren. Allerlei vage klachten staken hoe langer hoe meer de kop op maar ik was eraan gewend want veel van die sluimerende klachten waren al heel lang een stukje van mezelf geworden. Ik dacht dat het normaal was om mij nooit echt energiek en goed te voelen.
Waakvlam
Zonder het te beseffen pleegde ik totale roofbouw op mijn eigen lichaam.
Het vuur werd langzaamaan gedoofd en er bleef nog slechts een waakvlammetje flakkeren. En dat moogt ge letterlijk nemen. Ik leek in een constante waakmodus te leven, dag en nacht. Ik deed geen oog meer dicht, werd intolerant aan bijna elk voedingsmiddel, iedere spier in mijn lijf deed pijn alsof ik elke dag een marathon gelopen had. Ik had dagelijks hoofdpijn, kreeg een chronische irritante trilling op mijn oog waar geen enkele arts een verklaring voor kon geven en mijn brein leek verwikkeld te zijn in een dikke laag mist. Ik kreeg duizelaanvallen en kon me steeds moeilijker concentreren. Had oorsuizen en ademen leek niet meer vanzelf te gaan. Paniekaanvallen overvielen me uit het niets zonder enige aanleiding. Mijn bijnieren vielen stil, er werd een gezwel in mijn schildklier ontdekt. Ik had een waslijst aan allerhande lichamelijke aandoeningen. Wat was er met mij aan de hand? Al die klachten maakten me angstig. Ik mocht en kon in geen geval uitvallen want wat zou mijn gezin zonder mij zijn, ik had heel wat balletjes in de lucht te houden zowel op persoonlijk als professioneel vlak. Ik was onmisbaar, althans daar overtuigde ik vooral mezelf van maar ik had geen veerkracht meer. De veer was gesprongen. Ik was ka-pot.
Van last naar kracht
Het werd een enorme zoektocht die járen geduurd heeft. Maar zoals het cliché beaamt, wie zoekt die vindt! En ik heb na lang zoeken gevonden hoe ik mijn last kon omzetten naar kracht. Heb mezelf als het ware heruitgevonden. Ge kunt het een beetje vergelijken met een wedergeboorte, maar dan zonder (baar)moeder...
Liefs, Saskia
Wat een heel herkenbaar iets. Dat sterk zijn, alles opzij zetten daarvoor want iedereen heeft je nodig.